Megalieten in Overijssel

In de provincie Overijssel zijn geen Megalieten meer.

Dan zijn we snel klaar, zult u denken en vervolgens de vraag stellen waarom dan een hoofdstukje er aan geweid. Er zijn wel 2 plekken waar de resten van megalieten zijn gevonden. De ene plek - nr. O1 volgens de klassificatie van Van Giffen - is op landgoed De Eese bij Steenwijk en de andere was het meest zuidelijke hunebed van Nederland bij Mander met nr. O2.

De Eese - op de grens met Drenthe - kan horen bij de hunebedden op de Havelterberg die er nog geen 10 km vanaf liggen. Mander ligt eigenlijk helemaal solitair en ook net aan de andere kant van de grens in Duitsland zijn daar geen megalieten bekend.

Was dit dan alles? Dat kan niet met zekerheid worden gezegd. Ook De Mander is eigenlijk bij toeval ontdekt. Ook zien wein het algemeen dat hunebedden gegroepeerd staan (of hebben gestaan). Hieruit zouden we kunnen concluderen dat er wellicht bij Mander andere objecten geweest zijn. Ook als we kijken naar de hoeveelheden aan objecten in Denemarken en Duitsland, dan is er een goede reden om aan te nemen dat er ook in Nederland, en dus ook in Overijssel meer hunebedden zijn geweest. Eén van de weinige randvoorwaarden is de beschikbaarheid van grote stenen, in Nederland zwerfkeien uit de één na laatste ijstijd. Echter, deze bouwstenen zijn ook bij onze andere voorvaderen gewild geweest. Uit Drenthe kennen we vele beschrijvingen van stenenroof ten behoeve van bijvoorbeeld de dijkenbouw. Maar ook zijn er zwerfkeien gevonden als fundament voor kerken. En wat is niet mooier tegen het heidendom om het Godshuis op de plek van een oude heidense tempel te zetten.

Waarom dan nog wel 52 hunebedden in Drenthe en 2 restanten in Overijssel. Ten eerste ligt Overijssel wat zijdelijker en was er wellicht meer "bouwmateriaal" na de ijstijden achtergebleven en dus beschikbaar. Daarnaast is Overijssel veel eerder ontgonnen dan Drenthe en was de de roof van stenen waarschijnlijk ook groter en in een eerder stadium. Wel moeten we concluderen, als we ook de hunebedden in Duitsland in ogenschouw nemen, dat Mander wel waarschijnlijk aan de rand lag van het verspreidingsgebied van het TrechterBekerVolk.


Steentijd in Overijssel