DENEMARKEN

De Deense megalieten genieten niet de bekendheid van een het Engelse Stone Henge, het Ierse Newgrange of het Bretonse allignments in Carnac. Geen spectaculaire cirkels of eindeloze rijen menhirs. Maar als we het met Nederland vergelijken dan zijn het er in ieder geval veel. Nederland heeft een goed 50 steentijd monumenten. In Denemarken zijn het er ca. 3000. En waar we in Nederland alleen eigenlijk maar 50 skeletten van de hunebedden over hebben zijn er in Denemarken nog zeker 50, maar volgens mij nog vele malen meer, complete graftombes over.

Mijn eerste kennismaking met de Deense hunebedden was begin jaren 70 toen ik er met mijn ouders op vakantie was. Het maakte een onuitwisbare indruk dat je heer niet een hoop keien zag, maar een heuvel waar die keien dan in zouden zitten. Tussen alle begroeien en brandnetel was er een soort gat te zien wat de toegang was naar de grafkamer. We zijn er niet in geweest denk ik. En buiten de brandnetels, kon dat waarschijnlijk niet eens. Achteraf, 40 jaar later, denk ik dat ik toen een langdysse, een langgraf, heb gezien en niet een met de Nederlandse hunebedden vergelijkbare jættestue [jætte = reus, stue = kamer].

Langdysse

In Denemarken komen er verschillende megalieten voor. Het oudste is de langdysse [lang = lang, dysse = grafkamer of grafheuvel]. De langdysse is een langwerpige rechthoekige heuvel met één of meerdere grafkamers en omkranst met stenen. Meestal aan het hoofdeinde zijn de stenen hoger. De langdysse kunnen soms wel meer dan 150 m lang zijn. De langste ligt bij Lindeskov op Fyn en meet 160 m.
In Nederland hebben we eigenlijk één vergelijkbare type, het langgraf D43 bij Emmen op de Schimmeres. De grafkamers in de langdysser ontwikkelden van een soort steenkist voor één of enkele personen naar een grafkamer die toegankelijk bleef (dolmen) en meerdere malen gebruikt kon worden. Vervolgens werd de vorm van de lange heuvel verlaten en ontsond de:

Runddysse

De runddysse [rund = rond, dysse = grafkamer of grafheuvel] is een ronde grafheuvel met een steenkrans. In de grafheuvel ligt een toegankelijke grafkamer afgedekt met één deksteen.
Het lijkt er op dat het trapgraf D13 in Eext in Denemarken tot de runddysser zal worden gerekend.
Deze runddyser ontwikkelden zich verder tot het pronkstuk van de Deense steentijd graven, de:

Jættestue

De grafkamer van de runddyse werd langwerpig gemaakt en afgedekt met meerdere dekstenen. De kamer werd afgedekt met een ronde of ovale heuvel. Vaak treffen we 2 kamers naast elkaar in een dergelijke heuvel. Dit type wordt in het Engels vaak longbarrow genoemd. Dit is echter verwarrend met de langgraven of langdysser die uit een andere tijd stammen.
De Jættestue is vergelijkbaar met de Nederlandse portaalgraven.

Gravhøj, langhøj

Een høj is Deens voor hoog, hoogte of heuvel. Gravhøj is dus een grafheuvel en stamt feitelijk uit de bronstijd en is eigenlijk geen megaliet. De langhøj, ofwel langwerpige grafheuvel is zeldzamer.
Hoewel de gravhøj en langhøj eigenlijk geen megalieten zijn (er zitten geen stenen grafkamers in) en uit de bronstijd stammen heb ik er een aantal voor de volledigheid wel genoemd. Hetzij vanwege de bijzondere vorm of ligging, hetzij om een andere reden. Grafheuvels zijn in ruime mate aanwezig in Denemarken, maar bij Ydby, Noord-Jutland op het Vendsyssel-Thy, liggen er zo'n 200 bij elkaar.

Skibssætning

luchtfoto Klebaek HojOfwel stenen schip zijn wel megalieten, maar zijn veel jonger van leeftijd, ze stammen uit de bronstijd, ijzertijd, maar de beroemdsten uit de vikingtijd, ca. 800 na Chr. Zoals de naam het al zegt zijn het graven in een scheepsvorm. De grootste Skibssætning zijn voor vikingkoningen in de voor-christelijke periode opgericht.
De mooiste skibssætning die ik heb gezien is Klebæk høje bij Bække, Midden-Jutland. Op de luchtfoto hiernaast zie je hoe mooi de vorm nog te herkennen is.
Een ander mooi voorbeeld is Lindholm Høje bij Aalborg. Hier liggen er 682 graven waar een groot aantal de scheepsvorm hebben.